[Zoals ook verschenen op Nynke’s Viva-blog]

Nynke

Koerierster

Ik ook altijd met mijn grote waffel. Waar had ik mij nu weer in laten lullen?

Twitter ook altijd
Vorige week klaagde ik op Twitter dat ik voor het eerst sinds lange tijd weer ging spinnen. Of men even een gebedje wilde doen om ervoor te zorgen dat ik niet halverwege dood van mijn fiets zou vallen. ‘Anders kom je toch gewoon met ons meefietsen’, was het antwoord van @Fietskoerier030.

Met Het Parool onder haar borstrok
Gewiekst als ik soms tracht te zijn, zei ik: ‘Neuh, ik kom wel voor jullie werken, dat lijkt me leuker’. Want stiekem lijkt fietskoerier zijn me echt geweldig. Al denk ik bij de term ‘fietskoerier’ nog altijd eerder aan een vrouw in een herfstige, lange jas die met kopie van Het Parool onder haar borstrok op haar fiets met houten banden ‘s nachts door het Friese land fietst op weg naar een boerderij oder etwas.

(Ik las vroeger alle WO II-verhalen die er maar waren. Het heeft nogal zijn sporen achtergelaten.)

Door de mand vallen
Binnen een paar minuten had ik een berichtje van de fietskoerier. Wanneer ik een dagje mee kwam fietsen. Dan kon ik zien hoe dat was, fietskoerieren. Ik blufte, zei ‘dinsdag?’ en voor dat ik het wist hadden we een date, en kon ik mij de rest van de week zorgen gaan maken of ik fietstechnisch niet gigantisch door de mand zou vallen.

Ik vervloekte mijn grote bek
Dat was gisteren dus. Weten jullie nog wat voor weer het gisteren was? Nederland verdween ‘s ochtends helemaal van de buienradarkaart omdat er allemaal regenwolken boven ons land hingen. En ik moest om acht uur bij Hoog Catharijne staan. Ik vervloekte mijn grote bek, en mijn onkunde om deze fietsrit te plannen op de ene dag in de week met apocalypserig snertweer.

Maar Pieter, de fietskoerier in kwestie, was opgetogen en had er zin in. Dus crosste ik achter hem aan, door de stromende regen. Op mijn Bianchi, met zijn dunne bandjes.

Lekker jagen
En nu denk ik altijd dat ik best goed kan fietsen. Best hard ook. Maar tegen fietskoeriers leg ik het dus keihard af. Want meine gute, die weten elk gaatje in het verkeer te pakken. Bij automobilisten zorgt dat natuurlijk voor schuddende vuisten en bijpassende verwensingen, maar ik kan jullie vertellen: om zelf eens zo door het verkeer te jagen, is best leuk. En dan hield Pieter het nog keurig.

Cursus stoepjesrijden
Waar hij vooral in uitblonk, was het stoepjesrijden. Achteloos een stoepje op springen met je fixed- gear fiets, dat ziet er gewoon stoer uit. Het ziet er een stuk minder stoer uit wanneer je dat op een racefiets probeert te doen. In ieder geval wanneer je gewoon niet zo’n geoefende stoepjesrijder bent. En dus knalde ik midden op het Domplein tegen de stoeprand, en viel met veel kabaal met fiets en al om. Genânt! Och Nynke, dacht ik bij mezelf, kan het dan nooit eens normaal? Zonder genante dingen? Nee dus.

Tong op wielerschoentjes
Inmiddels was ik al best wel moe. Ik zit wel vaker vier uur lang op de fiets, maar met al het verkeer, en Pieter die bij elk stoplicht bij mij weg schoot, waardoor ik als een briesend paard achter hem aan moest jagen, maakte dat mijn tong inmiddels al op mijn wielerschoentjes hing.

Cool kijken en alles
Maar los van de regen, de vermoeidheid, de val en het drukke verkeer, vond ik het zó kick om een keertje te doen! Ik voelde me de koningin van de weg, zigzaggend en cool kijkend, op weg naar welk industrieterrein dan ook, om wat dan ook af te leveren.

Dus nu wil ik ineens fietskoerier worden. Met een echte fixi en zo’n waterdichte tas, en dan lekker de hele dag door Utrecht fietsen en daar heel cool bij kijken. Wie weet komt het ooit zover. Als ze bij Fietskoerier Utrecht nog mensen nodig hebben. Vrij zal ik zijn, en cool, en zonder hartkloppingen zal ik door het verkeer roetsjen, op weg naar waar dan ook.